Waar gaat het boek over?
Zal Beatrijs haar geliefde ooit nog terugzien? ‘De vloek van kasteel Vrijborgh’ van Michelle Visser is een historische roman vol spanning en romantiek in middeleeuws Nederland.
‘De vloek van kasteel Vrijborgh’ van Michelle Visser is een middeleeuwse roman vol sfeer en spanning, perfect voor fans van Ken Follet en Femke Roobol.
Het is 1323. De wrede ridder Jan probeert vanuit kasteel Vrijborgh zijn macht te vergoten over Deventer, Zwolle en Kampen. Zijn kinderen huwelijkt hij uit om zijn positie te verbeteren. Wanneer jongste dochter Beatrijs zich wil huwen met een ongeschikte kandidaat, zet Jan haar gevangen in een klooster. Als daarna de pest uitbreekt, is niemand zijn leven meer zeker. Is er toch hoop dat Beatrijs haar geliefde terugziet?
Bojente –
Deventer, 1323: Joris en Beatrijs groeien op in een kasteel in Deventer. Hun vader is ridder en wordt alom gevreesd. Ridder Jan eist dat Joris, net als zijn andere drie zoons, ook ridder wordt, maar Joris verafschuwt al het geweld. Beatrijs heeft de leeftijd bereikt dat ze zal worden uitgehuwelijkt, maar het meisje heeft haar oog laten vallen op Walraven, de zoon van de scheepsrechter. Als straf en om in de gunst te vallen bij de geestelijken stuurt ridder Jan zijn kinderen naar een klooster. Joris zal monnik worden en zijn zus non. Na een brand in het klooster weet Joris te ontsnappen en komt hij in de leer bij een koopman. Beatrijs raakt geïnteresseerd in geneeskrachtige bloemen en kruiden en wordt genezeres. Zullen Joris en Beatrijs elkaar ooit nog terugzien?
De cover van het boek sprak me erg aan. Je ziet direct dat het om een historische roman gaat en daar hou ik van. Het meisje stelt Beatrijs voor in de tijd dat ze nog in het kasteel woonde. Beatrijs groeit in het verhaal uit van een verliefd tienermeisje tot een wijze vrouw. De ketting op de cover van het boek is een echte blikvanger. De hanger glimt en lijkt boven op het boek te liggen. Ook op de achterzijde en de rug van het boek komt dezelfde hanger terug. Ik verwachtte dat deze ketting een belangrijke rol zou spelen in het verhaal. Dat de hanger verband zou houden met een of andere boze vloek. Uiteindelijk geeft de hanger met de edelsteen alleen de afkomst van Beatrijs aan. De cover riep een verkeerde verwachting bij me op. Ook de titel zette me op het verkeerde been. Misschien heb ik gewoon te veel fantasie, maar ik dacht aan heksen die de bewoners van het kasteel hadden vervloekt of geesten die in het kasteel rondspookten. Wanneer Beatrijs op het punt staat het klooster te verlaten, beseft ze dat een oud contract van haar vader haar dit verbiedt. Beatrijs voelt zichzelf dan vervloekt. Blz 278: ‘Ik ben vervloekt. Vanaf de dag dat ik geboren werd in dat vervloekte huis, als loot van die vervloekte man, is mijn leven vervloekt,’ zegt ze hees. Maar eigenlijk is alleen dit contract een vloek voor Beatrijs. Door dit contract zal ze haar hele leven in het klooster door moeten brengen. Het mooie is dat Beatrijs in het klooster de mogelijkheid heeft om genezeres te worden. Een vak die ze, als vrouw van adel, nooit uit had mogen oefenen. Door haar kennis van kruiden, planten en ziektes is ze een zegen voor de bevolking van Kampen!
Toen de wereld geplaagd werd door corona ontstonden er vele complottheorieën. Er moest en zou een schuldige aangewezen worden voor die vreselijke ziekte die zoveel mensen de dood injaagden. Toen de pest in ons land uitbrak, wezen velen de Joodse bevolking als veroorzaker aan. Dit gebeurden ook in Kampen. Joris had als koopman een goede band met de betrouwbare geldwisselaar Aäron de Jood. Aäron woonde al meer dan twintig jaar in de stad en was een goede en behulpzame burger. Joris en zijn vrouw Clara maakten geen onderscheid tussen Katholieken en anders gelovigen. Toen de pest in de stad uitbrak, richtten de volkswoede zich op de plaatselijke Joodse bevolking. Ze zouden de waterputten in de stad vergiftigd hebben en zo de pest over de stad hebben verspreid. Toen de blinde Clara en haar hond op een dag langs het huis van Aäron liepen, hoorde ze dat de Jood stenen naar zijn hoofd kreeg. De woedende menigte dreigde ook zijn huis te plunderen en in brand te steken. Joris nam Aäron mee naar huis en hielp hem de volgende morgen te ontsnappen. Verkleed in koopmanskleding stapte Aäron aan boord van een handelsschip die hem naar Bergen zou varen.
Michelle Visser schetst een goed beeld van het dagelijkse leven in onze Hanzesteden, Deventer, Kampen en Zwolle. We lezen over de producten die per boot arriveerden, de handel op de markt, de prachtige huizen van de kooplieden enz. Ook het leven van de nonnen in het klooster wordt goed omschreven en er is veel aandacht voor de macht die de Katholieke Kerk in die tijd uitoefenden. Michelle schrijft heel beeldend. Ik zag de groep mensen voor mijn ogen verschijnen die zich op het marktplein vergaapten bij het werk van de beul. De schrijfster verwijst in haar roman veelvuldig naar de Duitse abdis Hildegard van Bingen. Haar geneeskundige naslagwerk was als een Bijbel voor Beatrijs. Michelle Visser maakte niet alleen mij, maar ook veel andere deelnemers van de leesclub, nieuwsgierig naar dit bijzondere boek. Ik had nog veel meer willen weten over het werk van Beatrijs en Walraven en de levens van de vele andere sympathieke personages die in het boek voorbij komen. Eigenlijk was ik, bij het dichtslaan van het boek, nog lang niet klaar met het verhaal.