Beschrijving
Op gang 2 van Villa Bethel worstelen de bewoners zich met humor door de laatste fase van hun leven. Tot de komst van een nieuwe bewoner hun rustige leventje verstoort. ‘Slossherr-BrĆ¼ler is de naam. Zeg maar GĆ¼nther, al ben ik bijna honderd.’ De eenzame Hannie Havergort raakt in de ban van haar nieuwe buurman, die rare en rake dingen zegt, en soms midden in de nacht op zijn oude piano speelt. Als ze hem voorstelt samen muziek te maken, blijken pijnlijke oorlogsherinneringen in de weg te staan.
Gevoelige roman over eenzaamheid, statusverlies en de kracht van muziek.
Arie Kok (1968) is zelfstandig schrijver en hoofdredacteur van ‘De Nieuwe Koers’. Hij debuteerde in 2013 met de docuroman ‘Morie’.
Martijn –
De korte roman Nachtmotet van Arie Kok begint met het beeld van een oude piano die door de gangen van een verzorgingstehuis naar binnen komt gereden. De oude piano met de vergeelde toetsen vormt zo de omlijsting van een indringend verteld verhaal over twee levens die door twee heel verschillende maar toch overeenkomende gebeurtenissen gekleurd zijn.
Het leven in Villa Bethel voltrekt zich volgens een vast ritme waarbij het gemopper van de oudjes, het plukken van dode bloemblaadjes en het innemen van medicijnen steeds terugkerende elementen zijn. De komst van een nieuwe bewoner wordt gewoonlijk met veel belangstelling en een klein beetje argwaan aangezien. Zo ook de komst van GĆ¼nther Schlossherr-BrĆ¼ler. Een man van tegen de honderd, de nieuwe buurman van Hannie. Zijn voornaam brengt bij Hannie herinneringen naar boven aan een naamgenoot die in de oorlog haar geliefde werd. Ze raakt gefascineerd door de nieuwe gangbewoner en zijn hobby, pianospelen.
Die hobby is overigens niet naar ieders tevredenheid. Vooral niet wanneer blijkt dat GĆ¼nther ās nachts ook geregeld achter het instrument kruipt. Is het een soort slaapwandelen, en weet hij de volgende dag echt niet meer dat hij iedereen uit de slaap hield met zijn pianospel, of speelt er iets diepers?
Langzaam kom je meer over de levensverhalen van beide hoofdpersonen te weten en welk trauma hen bezighoudt. Met een vleugje humor en veel gevoel beschrijft Arie Kok hoe GĆ¼nther en Hannie door hun verleden steeds dichter bij elkaar komen. Ondanks dat hun onderliggende verhalen zo anders zijn, blijkt er een gemeenschappelijke boventoon te zijn. Beiden kampen ze met wat er in en na de oorlog is gebeurd, beiden weten ze wat het is om hun geliefde te moeten missen.
De toon van het boek is licht, ondanks het grimmige onderwerp. Mooi zijn de metaforen rondom dood, verlies en aftakeling, mooi ook de beeldende zinnen die het verhaal meer diepte geven. Jammer alleen dat het zoān kort verhaal is, een contrast met de lange, volle levens van de hoofdpersonen. Richting het einde van het verhaal zit een scĆØne waar GĆ¼nther in Theresienstadt een pianoconcert geeft en in de toegift het FrĆ¼hlingslied van Mendelssohn speelt, en zo het beeld van de Joodse componist dat hij ooit verwoest zag worden weer trots overeind zet, als een daad van verzet. Als lezer waan je je een beetje een van de luisteraars naar dat concert, en kun je alleen maar instemmen met de roep om een toegift.
Elise –
Nachtmotet
De voorkant en een zin op de achterkant van het boek spreken mij erg aan. āGevoelige roman over eenzaamheid en de kracht van muziek.ā
Dit klopt helemaal!
Het boek gaat over een man van bijna 100 jaar die komt wonen in een tehuis voor ouderen. Hij speelt vaak ās nachts op zijn piano. De bewoners willen daar van af maar niemand spreekt hem daarover aan. Ze laten zijn buurvrouw, waar hij een goede klik mee heeft naar hem toe gaan voor een gesprek. Uiteindelijk gaat ze naar hem toe. Hij vertelt voor het eerst zijn verhaal. Dat vindt hij moeilijk. Zij luistert. D.m.v. muziek snappen zij elkaar goed.
Het einde overviel me. Had ik niet verwacht.
Het raakte me om te lezen hoe alleen de oude man was en hoe dichtbij zijn buurvrouw mocht komen!
Een prachtige roman!